En weer is er een opmerkelijk man uit mijn leven heengegaan, of zou het zo zijn dat ik iedereen opmerkelijk vind waar ik mee placht om te gaan. Ik was hem al een tijdje uit het oog verloren daar ik verhuisd was en mijn trouwe vriend tegenwoordig in de polder laat poepen. Maar toen ik nog in de Vogelenzang woonde deed ik regelmatig het rondje langs de kippenhokken waar Ton Mens woonde, beter bekend als Ton Bos. Ton woonde in de onbewoonbaar verklaarde huisjes die tegen de monumentale boomgaardmuur vastgeplakt zaten al zolang ik hem kon. Ik schat zo’n jaar of 40. Een man met een fijn besnaarde logica, als 1 ei 5 min moet koken dan moet 2 dozijn eieren 120 min koken. Een man met een groot hart en toch altijd eenzaam gebleven. Vaak deed ik een bakkie bij hem waar in de winter altijd de houtkachel loeide of dat hij de aarde wou opwarmen. En kreeg dan alle dorpse roddels te horen die mij uiteraard geen zak interesseerde maar luisterde altijd geamuseerd. Ik denk aan de vele feesten en de nodige keren met kerst dat wij daar waren. Van Ton heb ik dobbelen, kaarten en paling eten geleerd, en iets met bier waar we heel goed in waren. Maar ook de schoonheid van de natuur waar we beide liefhebber van waren. Mijn laatste boek heeft hij bij mijn weten niet gelezen of misschien is die hem fataal geworden, wie zal het zeggen. Maar ik kreeg altijd haarfijne geanalyseerde kritiekjes op mijn schrijfsels en hij porde mij dikwijls op om nog grover te werk te gaan om tot een fijner resultaat te komen. Ik had hem graag meer liefde gegund dan de hertjes die bij het ochtendgloren bij hem naar binnen keken of die al wakker was. De kippenhokken zullen wel weer onbewoonbaar verklaard worden, en de rit naar het Panneland zal nooit meer het zelfde zijn. Of dat er een pracht eik is omgewaaid in een stil landschap, ineens heel opmerkelijk nu hij er niet meer is.
Dag Ton, bedankt voor het vele lachen.