Lijsten vol kan ik schrijven over wachtende. Wachtlijsten.
Je kan wachten op de trein, ooit komt ie.
Of bij het loket van een bureaucratische instelling; er zijn nog 76 wachtende voor u.
Je kan wachten tot je smelt voor de kassa in de buurtsuper.
De wachtkamer van de tandarts; hij loopt altijd uit.
Wachten op de loodgieter; hij zou 3 weken geleden al langs komen.
Of wachten tot je een ons weegt als je in de file staat.
Wachten tot je eindelijk vrij komt, zeker als je niks gedaan lijkt te hebben.
Iets vervelender wordt het als je moet wachten op een kunst knie of heup.
Een stuk rottiger als het om een donor hart of nier gaat.
Wachten wachten en nog is wachten.
Maar het wordt pas echt zeuren als je niet op een wachtlijst staat. Je op geen enkel lijstje bij wie dan ook voorkomt.
Niemand die zich over jou ontfermd.
Bergen zielknijpers, voogden, therapeuten, kinder(bescherming)instanties, houden zich met jou bezig.
Maar je staat niet op hun lijst. Ze wachten nog even af.
De een kijkt afwachtend naar de ander. De ander wacht nog op de een. Het kan nog wel even wachten.
Net zolang tot er weer te lang is gewacht.
Dan kan er weer iemand van het lijstje geschrapt worden.
O nee, ze stond er nog niet op.
.