Woedend sloeg hij het fijnstof van de tafel, de rook kwam uit zijn christelijke flapoortjes.
‘Dus Ella Vogelaar wil niet als rookmelder werken?’
‘Nee, ze zegt dat ze de kromme komkommers in Brussel gaat promoten, herintroduceren zeg maar.’
‘Maar klapsigaar nog is an toe, iemand moet die nicotine terroristen toch controleren, luisteren moeten ze, of ze willen of niet.’
‘U zou natuurlijk ook eens naar hun kunnen luisteren.’
Nou dat had Ab Klink,s medewerker beter niet kunnen zegen. Bij de volgende hap lucht die hij wou nemen, ramde Ab met veel geweld de wijwaterkwast tot diep in zijn strot. ‘Zo verder nog iets?’
Kuchend en proestend bracht hij er na dertien minuten uit dat asfaltvreter Eurlings er even over had nagedacht,
maar liever niet met een NSB’er geassocieerd wilden worden. Ab keek nog even liefkozend naar zijn Havana, blies het as er af, en priemde hem recht in het oog van zijn christelijke discutabele medewerker.
‘Verdwijn uit mijn ogen jij Toetie Moenie Bariko.’
Eurlings, dacht ie, die kan potjanpeukies geeneens een
boemeltreintje op de rails krijgen.
Verdrietig en moederziel alleen stak hij een kaarsje aan voor het Haagsche raampje. En met zijn knieën in de klompjes bad hij tot God. ‘O almachtige wat moet ik toch doen met deze misrekening, het enige wat ik wil is net zo succesvol zijn als Wouter B.’
‘Raadpleeg Misterjack mijn zoon.’
Kwam onmiddellijk als antwoord.
En zo hing snotterend en snikkend Ab aan de lijn bij mij voor advies. Maar hij begreep het niet, snapte er geen zak van, en wou hoe dan ook niet luisteren, behalve naar zijn eigen gezeik.
Ik denk dat het niet lang meer duurt of we hebben een tweede ministers van, de kromme komkommers.
Nou die Eurlings nog.