Waar zit je?
Nou gewoon thuis in de mooiste tuin van Holland.
Met een ijskoude Du Pape, een stapel boeken die ik in de winter opspaar voor de dagen dat het wel mooi weer is.
Nu dus.
Eindelijk heb ik wat tijd voor mezelf, en zit dan ook heerlijk in mijn tuin van alle dingen te genieten.
De Japanse Esdoorn hangt als een trotse pauw over de border. Twee blauwe regens staan tegenover elkaar hun best te doen wie de meeste bloemen produceert.
De Beuk, Acer en de Noorse Esdoorn doen een wedstrijd het mooiste Rood te zijn. Een struik waarvan ik de naam niet weet van 2 bij 2 meter vol met miljoenen blauwe bloemetjes, zorgt met een lichte bries voor een blauwe sneeuwbui. De frisse varens hoek en de talloze andere planten maken het tot een klein paradijs.
Met hier en daar een plantenbak op de veranda, en de pas aangelegde daktuin om het geheel nog fraaier te maken.
En dan de bewoners, man je wil niet weten wat hier allemaal rond kruipt en vliegt. Als hoogtepunt een verliefd koolmezen stel, die ik in mijn goedheid onderdak heb geboden om rustig aan gezinsuitbreiding te werken.
Dit alles overziend vanaf mijn veranda, terwijl ik even zwaai naar de langs denderende dubbeldekstrein, denk ik met recht:
Ja dit is voor mij de mooiste tuin van Holland.
‘Je vergeet één klein detail vriend,’ hoorde ik de man aan de andere kant van de lijn zeggen.
‘Ik zat laatst in de trein van Leiden naar Haarlem.
Tegenover me zaten twee bloedmooie studentes vrolijk te kwebbelen tot dat de één ineens zei. ‘wacht, ik moet even naar die ouwe gek terug zwaaien die altijd in z’n blote piel in de tuin staat te zwaaien naar de trein.’
Ik keek haar kant op en zag tot mijn verbazing dat we net langs jouw huis raasde. Lachend ging ze zitten en zei:
Leuk toch, zo’n ouwe gek die nog lol in z’n leven heeft.’
‘Nou zeg!’ riep ik verbaast, ‘zei ze niks over mijn mooie tuintje? En waarom zwaaide jij niet even terug? Vriend van vroeger.’
Teleurgesteld hing ik op en vroeg mij af:
Wat o wat ontbrak er dan nog aan de mooiste tuin van Holland?