Ik heb veel voor mijn Diesel over, nee.
Ik heb alles voor Diesel over.
Met pijn in mijn poot loop ik toch weer verder dan goed voor me is. Al heb ik zelf niet te vreten, Diesel zal niks te kort komen. Geen geld of tijd voor de kapper, Diesel loopt zijn maandelijkse afspraak bij de wasstraat niet mis.
Ongelimiteerd laat ik hem op katten jagen, eigenlijk tegen mijn principes in, maar de honden psycholoog zei dat dat nou eenmaal de natuur is.
Ik doe alles om het hem naar de zin te maken.
Mij hoor je niet zeiken dat mijn huis af en toe net een zandbak is, hooguit mijn zus die het weer opruimt.
Net als ik op en top gekleed in een hagelwit overhemd beneden kom, en hij enthousiast tegen me opspringt.
‘Hmm, zo versier ik nooit een leuke meid Diesel.’
En hij me liefdevol aankijkt zo van, je hebt mij toch.
Zal je bij mij geen onvertogen woord horen.
Daarom verbaast het mij zo enorm dat die vuile bosmongool mij zo gigantisch in de zeik neemt.
In de middag loop ik altijd een stukje verder met hem zodat meneer kan schijten. Eenmaal klaar weet hij, gaan we stokken gooien op het veldje bij mijn werk.
9 van de 10 keer gaat dat goed.
Maar soms hoeft Diesel niet te schijten, kan, geen punt.
Ik loop iets verder en dan terug om evengoed met de stok te gaan gooien.
Wat doet de rat, hij gaat zitten net of dat hij zit te schijten, kijkt mij aan zo van, goed he baas, en gaan we nou terug stokken gooien?
Ik wist dat herders van alles geleerd kon worden, maar manipulatief gedrag? Ik was stom verbaast.
Er werd dus niet met stokken gegooid, ik voelde me enigszins in de zeik genomen door mijn beste vriend.
Geen koekie bij terugkomst, ik was van slag.
Kan dat nou werkelijk? Ja, is het antwoord.
Ik laat me gewoon inpakken door die langharige befteckel.
Waarom? Nou heel simpel.
Omdat ik van hem hou, en dat weet hij zo dondersgoed.
Wie laat wie nou uit?