Wat maakt iedereen zich toch druk om het feit dat die sneue wielrennertjes zich af en toe te buiten gaan aan Epo. Persoonlijk stap ik pas op de fiets als ik rondom
in de gloria ben. In plaats dat ik eerder over de streep
kom, ben ik al blij het thuisfront te halen.
Maar dat terzijde.
Sport… het is net Rock ’n Roll, en daar wordt gebruikt.
En niet zo zuinig ook, je hebt schone en vuile Rock ’n Roll, en dat is in de sport echt niet anders.
Schone Rock ’n Roll, saai, truttig, bleh.
Daar in tegen bij de gebruikers vaak de mooiste, ruigste en hartverscheurendste nummers naar buiten gebraakt worden. Het is maar waar u voor kiest.
Net voordat ik geboren werd, reed mijn vader in Juni 1962
met zijn bakfiets de Col Du Tourmalet op.
In de mondhoek een sigaar, m’n moeder in de 7e maand voor in de bak bezig met de BBQ. Tijd voor een stop was er niet. Pa had maar twee weken vakantie en ze moesten ook nog terug.
Dit hadden ze nooit gered zonder de halve liters bier voor Pa, en de sherry-kuur voor Moeders.
In die tijd was dat gewoon, daar werd niet moeilijk over gedaan. Sterker nog, voor men op pad ging vroeg de buurt of ze genoeg EPO bij zich hadden.
Emmers sherry
Potten vol boerenjongens
Opa’s portemonnee.
Moet je nou is mee aankomen.
Laat ze toch lekker alles wat verboden is in hun junkie lichaam proppen. Drink het bloed van een poema.
Snuif tubes solutie naar binnen, vreet voor mijn part oma’s natte space cake als je denkt dat het helpt.
Als dat de Tour wat leuker maakt ben ik voor.
Al pleuren ze met tientallen te gelijk dood op de top. Geen nood. We hebben genoeg, wat zeg ik teveel van die sneue wielrennertjes, dus een beetje verloop is helemaal niet erg. Wedden dat het een kijkcijferkanon wordt.
Ik zie de geile eurotekens al in de ogen van Sjon de Snol.