Ik kwam ze tegen op een pleintje in Denia, ik meen
Calle San Vicente del Mar
Op het eerste gezicht een leuk stel wat schijnbaar volop genoot van alles wat Denia te bieden had.
Ze stelde zich aan mij voor als J&B Welke. Waarbij dan bij beide van die gevaarlijk diepliggende vonken uit hun ogen kwamen.
Oppassen met dit stel dacht ik meteen, dit zijn geen doorsnee toeristjes die oog hebben voor de 12e eeuwse Moorse Burcht.
De Fam Welke was onbenaderbaar, wat je ook probeerde, een vaag knikje of een Si was alles wat je terug kreeg, maar ondertussen lachten zij zich wel de scheuren in het Montgó Massief.
Waar ik ze ook tegenkwam, tijdens de Vuelta, in het 24/7 winkeltje, op de boot naar één of ander dorpje.
Of op één van de vele terrasjes, altijd schenen ze schik te hebben. Een vreemd stelletje dat al gauw door de plaatselijke bevolking met de nek werd aangekeken, wat niet vreemd was gezien hun sarcastische aanhoudende geschater op het strand.
Zelfs hun vrienden schoven een stukje bij hun vandaan. De fam Welke? Welke Welke?
Maar ze trokken zich er niets van aan de fam Welke. En gingen ongegeneerd door met het beschimpen van het folklore dansgroepje, de talloze aankleedpartijen van een halfuur en dan nog je kind vergeten, en als hoogtepunt van de dag de plasticzakjesdames, die aan een uiterst zeldzame zandallergie leden.
Niets om voor te lachen zou u denken, maar daar dachten de rooie B, en de dikbuikige J heel anders over. En de siësta trad elke dag iets vroeger in.
Wat precies de bedoeling was van de fam Welke.
Want ze wilden rust, het liefst de hele playa voor hun zelf.
Nee, de fam Welke is maar een raar stel, maar het gekke is, ik mag ze wel.