Op weg naar de psychiatrische instelling had ik een MDtje
opgezet met allemaal cabaret nr’s gewoon om je een beetje
op te vrolijken. Het leven was toch al geen lolletje voor jou.
Je was stil en genoot zichtbaar van het slappe gelul uit de
speakers. Het was prachtig weer buiten, ik had alle ramen van
mijn auto open en ik reed met een slakkengangetje om je
maar zo lang mogelijk te laten genieten.
"Zullen we naar Frankrijk rijden Jack? Weg van al die troep hier."
Ik lachte het maar een beetje weg en zei niet wat ik dacht:
hoe mooi ik je vond, hoe lief je kon zijn, en ondanks alles,
ik gesteld op je was geraakt. Niet dat ik verliefd op je was
of uit medelijden. Nee, ik zag een mooi mens achter die
doffe verdrietige ogen en wilde zo graag dat het weer een
beetje beter met je ging.
Maar jij besloot anders. Jij wilde niet geholpen worden,
of misschien was je niet te helpen.
Hebben wij het af laten weten met z’n allen…gefaald?
Ik weet het echt niet. Het was zo moeilijk om hoogte van je
te krijgen. Probeerde ik het wel genoeg?
Nooit meer pannenkoeken meer eten samen,
met onze kont in het natte gras kijkend naar de koeien,
geen Frankrijk, geen…….
Je had nog zoveel kunnen krijgen. Je had nog zoveel te geven.
Wat was het toch wat het leven voor jou zo onverdraaglijk maakte?
Had het wat uitgemaakt als ik met je mee was gevlucht
naar Frankrijk?
Waarschijnlijk niet, vluchten helpt niet.
Maar ja, daar dacht jij anders over schijnbaar.
Jij vluchtte uit het leven.
Ben ik boos? Ja.
Teleurgesteld? Ook.
Maar vooral verdrietig.
Ik hoop maar dat je je rust nu hebt gevonden.
Ik zal je missen lieve Esther
Rust zacht