Het was een goeie pot jeu de boules. Wat vrienden onder elkaar, wijntje erbij al was het iets aan de vroege kant.
Heerlijk in den blote kont op t strand met een graadje of 27.
Tot het moment mijn Iphone een piepje gaf.
Weer alarm. Treinen passen de dienstregeling aan, hevig onweer, zware regenbuien en kans op hagel.
Hard to believe als het zweet van je af druipt.
‘Wat is er? ‘ Vroeg mijn Japanse vriend die nog steeds een glow in the dark was.
‘ Weeralarm.’ Zei ik.
‘ Jezus krijgen we weer een tsunami?’
‘ Welnee joh.’ Stelde ik hem gerust.
‘ Wat zei je daar?’ Vroeg mijn maatje uit Down Under die het stof nog in zijn haren had van de laatste aardbeving.
‘ Rustig maar, niks aan de hand.’ Suste ik.
In Zeeland schoten ze raketten de lucht in om de oogst te redden. 1 raket kost meer dan de oogst van 2 jaar.
‘ Ik ben blij dat ik jullie heb mogen kennen vrienden.’ Sprak mijn vriend uit New Orleans plechtig.
‘ Zullen we dan nog maar een laatste wijntje nemen. ‘ Opperde mijn maat uit Chili hoestend en proestend nog de laatste restjes vulkaan uit kotsend.
‘ Jongens, kappen nou, oke er valt een boompje hier en daar, wat blaadjes op de rails, misschien een kelder die wat vochtig wordt. Maar hoe groter het alarm hier in Holland, hoe mooier het weer.’
Later hoorde ik dat het alarm enigszins werd afgezwakt.
Beter preventief informeren, dan niet. Zei de weerman met het schaamrood op de kaken.
Preventief afschieten die weermongolen. Allemaal.
Wedden dat ik vanavond gewoon de plantjes water moet geven?
‘ Je bent de mooiste van het strand.’
Zei ze met een gulle lach.
Ik keek uit over een maagdelijk verlaten strand.