Sssst.

Sinds men er lucht van heeft gekregen dat boek twee van ondergetekende al aardig begint op te schieten.
Heb ik vrienden, en mensen die mij schuwen.
Vrienden die, liever niet meer voorkomen in mijn boek.
Daar kan ik mij nog iets bij voorstellen.
Niet dat het wat uitmaakt.
Weer andere vrienden die er werkelijk alles aan doen om er juist wel in te komen zijn er ook.
Niets is ze te dol.
Zo zat een niet nader te noemen cafe eigenaar totaal uitgeput op mijn werkbank met een scheve grijns op zijn bek zijn relaas te doen.
Toen hij klaar was zei die.
‘Zo, nu weet ik tenminste zeker dat ik in je boek kom.’
Het word je zo in de schoot geworpen, en toch.
Ik heb meer iets met de stille, de schuwe. Wie mij ontwijkt heeft vaak juist die dingen waar ik zo gek op ben. Verhalen ( meestal waar ) die het daglicht niet verdragen kunnen.
Maar nee hoor, zodra ik op gehoor afstand kom, gaat men over op libelle geneuzel.
Ik was het zat en gooide het over een ander boeg.
Karren vol drank moest ik erin gooien, want voor een goed verhaal heb ik best een paar eurie’s over.
En verdomt, het hielp.
De ene gore anekdote na de ander bereikte mijn oor.
Als ik nou niet met het zelfde tempo had zitten mee te zuipen, had ik het nu nog geweten.
Een gezellige middag, die je de volgende dag weer moest bekopen, was het enige wat over was in mijn mistige brein.
Dus lul maar raak vrienden, gooi al je ellende er maar uit. Stort je hart maar leeg met, juist die verhalen.
Ik vergeet het toch.
En wees maar niet bang dat ik één of ander klein stiekem recordertje in mijn binnenzak heb zitten.
U weet best dat ik dat NOOIT zou doen.