Joepie de Poepie.
Eindelijk weer eens nuttig en vrolijk nieuws waardoor ik meteen in een opgewekte maandagochtend toestand belande. Na al het voetbalgeweld van ASO Den Haag en Liverpool was ik wel toe aan iets van niveau. Ome Willem werd opgenomen in de Dikke van Dale met zijn onsterfelijke uitspraak ‘Joepie de Poepie’ Misschien zijn we nog niet helemaal verloren Rakkertje van me, zei ik tegen mijn hond Baron die mij als een grotegeitenbreier zat aan te kijken.
Afgelopen zondag keek ik mede door het druilerige weer naar de Formule 1 in Monaco. Hier in Rijsenhout spetterde het iets, in Monaco kwam het met bakken uit de hemel. Van een echte race is nauwelijks spraken op dit circuit, het is meer een optocht. Een bloemencorso maar dan iets sneller zeg maar.
Nee de echte race bevind zich in de haven van Monaco, waar het altijd dringen is voor de beste plek. Gelukkig waren enkele oligarchen verbannen, en buitengaats aan de ketting gelegd, zodat de overige wel keurige jachtbezitters ook kans op een mooie plek kregen.
Ik kijk altijd met speciale interesse naar de miljoenen jachten mede omdat ik ruim 12 jaar bij van Lent op Kaageiland heb gewerkt, en daar toch aan zo’n slordige 25 jachten werkzaam ben geweest. Vroeger was ik daar trots op, maar nu heb ik toch steeds meer mijn twijfels. Niet alleen over de oligarchen, maar ik denk dat zomaar 95% op een niet al te frisse manier aan deze schuiten is gekomen. Het speelgoed der rijken, waar de werkelijke race van Monaco zich bevind. Waar de beste drugs deals worden gesloten. Veel wapenleveranties worden er beslecht tussen het herkauwen van de kaviaar en het slurpen van de champagne. De miljarden race waar men niet koud of warm word van een oorlogje hier of daar, een paar kinderen meer of minder op een school in Texas, tja een kleinigheidje hou je altijd.
Nu moet ik niet zo hypocriet lopen zeiken want ik ben zelf ook in het bezit van een enorm jacht, de Libertad. De Vrijheid waarin ik regelmatig vaar langs de dikke jachten die hier her en der bij onze mooie meren gebouwd worden. Hierop mijmer ik, het liefst in stilte, over onze mooie wateren om de gekke malle doorgedraaide wereldproblematiek uit mijn kop te varen. Meestal lukt dat aardig, maar nu bleven er 19 kinderen rond dwalen in mijn hoofd.
Ome Willem in een lege stille zaal, met 19 lege kinderstoeltjes, geen vrolijk gegil bij een broodje poep, zelfs niet met een papje. Nee, zo had Ome Willem de wereld niet beoogt. En klein, heel stilletjes, bijna onhoorbaar, piepte Ome Willem nog 1 keer, ‘Joepie de Poepie’ en een applaus voor de grote mens.