Ze schreeuwde zonder geluid
zag de dood voor ogen
in de stilte na de bom
waar zojuist nog vogels floten.
Het handje onbewogen in de hare
zo onschuldig en nog zo rein
het stille hart gebroken
vergeefs wachtend op de trein.
Bloed vermengt met kille tranen
in een doodstrijd happend naar lucht
de leegte en het onbegrip
verkrampt een laatste zucht.
Ze zag de trein in beweging komen
rook de verwarring op het perron
wanhopig op weg naar vrijheid
eindigde het al voor zij begon.