Pissebed

Afgelopen zaterdag 31 Januari was mijn vriendin jarig. En buiten alle protocol om ging ik onuitgenodigd op de thee, ik had niet eens gebeld dat ik zou langskomen. Dat hoeft ook niet volgens haar. Men weet zelf zeer goed of u ja, dan te nee welkom bent, zegt ze altijd.
Luid meezingend met :de balletjes van de koningin;  
reed ik langs de talloze vrolijk wapperende vlaggen.
Naast mij één uiterst zorgvuldig gesorteerde doos bonbons. Ze plagt dan wel altijd gewoontjes te zijn, maar kom niet met rommel aan. Het gaat niet zozeer om de grote of de hoeveelheid, en al helemaal niet om de kostbaarheid van iets. Maar het dient wel rechtstreeks uit het hart te komen.
‘En anders sodumieter je maer up’.
Gezellig met een bakkie troost zaten we rustig bij te kletsen, want we hadden elkander al een tijdje niet gezien, of gesproken. Het viel mij op de ze weer een beetje glans in haar ogen kreeg. Gelukkig maar dacht ik, ze zal het nooit aan de grote klok hangen,
maar het ging toch even een tijdje wat minder met haar. Wat wil je ook, het is toch een grote verantwoording, soms zelf een last, en dat allemaal in je eentje. Ik vind het sowieso al bewonderenswaardig hoe ze het zo bij elkaar klooit.
Daar kunnen heel wat mensen nog wat van leren.
Maar lachen is haar motto, en dat doet ze gelukkig nog steeds op die heerlijke uitbundige manier van haar. Ach nee, ze is er nog niet, zo blind ben ik ook weer niet. Maar het gaat bergopwaarts, en nu is het nog een kwestie om niet over de top te geraken.
Alhoewel  dat wel weer de lolligste en bizarste situaties op leveren. Ze staat er dan met zo’n smoelwerk bij van. ‘Ja zeg het maar ik trek me er toch geen moer van aan’. En wie ben ik dan.? Pissebedden hou je, ze heeft het me meerdere keren toegefluisterd, de wijsneus.
Maar ze heeft O zo gelijk.
Wat niet weg neemt dat ik haar een hele grote lieve lieverd vind, waar ik veel bewondering voor heb.