Als dunne soep spoot een waterig soort substantie met grote snelheid mijn achterste uit. Gelijk die giertanken die je vast wel eens over de akkers hebt zien gaan.
De stank was niet te harden.
Had ik teveel aan de hadsebadsies gezeten?
Zou het eten niet goed zijn geweest?
Lag het aan de vliegreis, of aan mijn gezelschap?
Nee, alles was tot nu toe perfect geweest.
Waar was ik dan zo ontiegelijk van aan de schijt vroeg ik mijzelf af.
Ik zat in een paradijselijke omgeving met de hele dag zon, 28 graden, wat wil je nog meer.
Nou, dat het communisme terug keert, de good old tijd van onze Brenzef. Geen Rus meer het land uit, op een enkele spion na voor de spanning.
Zelden, zeg maar nooit heb ik zulk onaangepast, asociaal tering volk mee gemaakt.
Erger dan Duitsers hoor ik u vragen. Ach die lieve aardige fijne Duitse luitjes, moet ik meer zeggen?
Schoften zijn het, luidruchtige hoeren allemaal. En lelijk!!!!!
Jaren gingen ze gebukt onder een onorthodox regiem waar ze amper hun bek durfde open te doen.
Maar nu ze los gelaten worden met veels te veel maffia geld, en zich luxe vakanties kunnen veroorloven komt hun ware aard aan alle kanten naar buiten.
Vroeger hielt ik van Rusland, had met de mensen daar te doen. Nu wil ik het land weer terug op slot.
Niet alleen mijn illusie over moedertje Rusland is naar de klote, mijn darmen zijn er nu ook van, van slag.
Ze hadden mij gewaarschuwd, aan alle kanten. Maar ik geloofde hun niet, naïeveling die ik ben.
Egyptenaren, die hebben mijn hart gestolen. Hard werkende mensen voor een habbekrats, die nog blij zijn met een vriendelijk woord, of een glimlach.
Behandeld u mij als mens, behandel ik u als koning.
En zo heb ik mij zeven dagen gevoeld.
Koning Jack.