Als de maan te vroeg verdwijnt
terwijl de nacht nog moet beginnen.
Het ukelele spel al is verstompt
nog voor de krekels gingen zingen.
Als de wijn zwaar op de tong gaat drijven
en je stevig bij de kloten grijpt.
Je hand gaat achteloos naar haren
maar hoe ver je arm ook reikt.
De stilte die je altijd zo omarmde
klinkt als een verroeste spijker,
onttrokken uit een oude plank.
En zelfs je zachte droomgeluiden
lijken opgelost in een kille nevelbank.