Beetje varen door de smalle sloot.
Mooie borsten bijna bloot.
Een glas met iets van witte druiven.
De ander een grenadine rood.
Beetje varen op een mooie plas.
Rood en roze beide in hun sas.
Toastje brie en iets met geweldigenoten.
Schenk nog maar eens vol dat trieste glas.
Beetje dobberen op het prachtige meer.
Laten we toasten nog een laatste keer.
Het word al wat blauw, ja ook de lucht.
Al die kleurenpracht doet mij bijna zeer.
Tevreden zakt de zon in het water.
En morgen? Ach dat is voor later.
Nu wil ik drinken op al het lieve en op ons.
En krijg ik geen poes, dan wel een kater.